Clexane Spuit Inj 10 X100 mg/1,0ml
Niet op voorraad
Onze Leveringsmethodes:
Afhaling in de apotheek
Dit is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder medisch advies, bewaren buiten bereik van kinderen, lees aandachtig de bijsluiter. Vraag raad aan uw arts of apotheker. In geval van bijverschijnselen, neem contact met uw huisarts.
Geneesmiddelen zijn geen gewone producten. Ze kunnen nooit teruggenomen of geruild worden. De wet verbiedt apothekers om ongebruikte geneesmiddelen terug te nemen. In het belang van uw veiligheid worden alle geneesmiddelen die u terugbrengt naar de apotheek gesorteerd bij de vervallen geneesmiddelen.
Lees meer over Beschrijving , Gebruik , Samenstelling , Indicatie , Contra indicatie , Gegevens en Bijsluiter .
Clexane® behoort tot de groep van de "anticoagulantia" (middelen die de bloedstolling tegengaan). De werkzame stof in Clexane is enoxaparine, een heparine (bepaalde soort antistollingsmiddel) met een laag moleculair gewicht. Anticoagulantia zorgen ervoor dat klonters in het bloed worden voorkomen en dat reeds aanwezige bloedklonters weer oplossen.
Preventie
- Matig risico:
- 1 injectie van 20 mg (0,2 ml) per dag
- Eerste injectie: 2 uur vóór de ingreep
- Hoog risic
- 1 injectie van 40 mg (0,4 ml) per dag
- Eerste injectie: 12 uur vóór de ingreep
- 40 mg 1x per dag via subcutane injectie.
- Initieel: een dosis van 1 mg/kg in de arteriële leiding van het dialysecircuit inspuiten
- Bij het verschijnen van fibrineringen: tot het einde van de behandeling opnieuw 0,5 à 1 mg/kg ingespuiten
- Patiënten met een hoog hemorragisch risico: 0,5 mg/kg (bij dubbele vasculaire toegangsweg) of 0,75 mg/kg (bij enkele vasculaire toegangsweg)
Behandeling
- Aanbevolen dosis: 1 mg/kg om de 12 uur, subcutaan toegediend in associatie met acetylsalicylzuur (100 tot 325 mg per os, éénmaal per dag)
- Aanbevolen dosis: een eenmalige IV bolus van 30 mg plus een dosis van 1 mg/kg subcutaan
- Vervolgens: 1 subcutane toediening van 1 mg/kg om de 12 uur (maximaal 100 mg voor elk van de eerste twee SC dosissen, gevolgd door doses SC van 1 mg/kg).
- 1 enkele dagelijkse subcutane inspuiting van 1,5 mg/kg
- OF twee dagelijkse subcutane inspuitingen à rato van 1 mg/kg om de 12 uur (bv. als BMI > 30 kg/m²)
Toedieningswijze
- De site www.thrombosiscare.be bevat een video om de auto-injectie uit te leggen aan de patiënt
- De aanbevolen plaats voor injectie is in het vet van de onderbuik
- De injectie moet gebeuren op minimum 5 cm naast de navel en naar buiten naar de ene of de andere kant
- Kies voor iedere injectie een andere plaats van de onderbuik, afwisselend in de linker- en rechterkant
- Ga zitten of liggen in een comfortabele positie en reinig de gekozen injectieplaats met een alcoholdoekje
- Neem de spuit en verwijder het beschermdopje
- Verwijder de luchtbel niet uit de spuit
- Een eventuele druppel aan de punt van de naald kan men verwijderen door op de spuit, met de naald naar beneden gericht, te tikken
- Neem een huidplooi tussen duim en wijsvinger
- Steek de naald volledig en loodrecht in het dikste gedeelte van de plooi
- Duw voorzichtig op de zuiger van de spuit ; de injectie moet langzaam gebeuren
- Houd de huidplooi vast tot de inspuiting beëindigd is
- Na de injectie de huid niet masseren of afdrukken
- De bijsluiter bevat informatie over de IV injectie
Natrium enoxaparine 100 mg, water voor injecties tot 1,0 ml.
Hulpstoffen:
- water voor injecties.
- Preventie van veneuze trombo-embolie, onder meer bij orthopedische en algemene heelkunde
- Preventie van veneuze trombo-embolie bij medische patiënten die bedlegerig zijn ten gevolge van een acute aandoening met inbegrip van hartinsufficiëntie, respiratoire insufficiëntie, ernstige infecties, reumatische aandoeningen
- Behandeling van diepe veneuze trombose met of zonder longembolie
- Behandeling van onstabiele angor en non-Q-wave infarct, in associatie met acetylsalicylzuur
- Behandeling van acuut myocard infarct met een ST-segment elevatie bij patiënten die vervolgens al dan niet een percutane coronaire interventie (PCI) ondergaan
- Preventie van de coagulatie van de extracorporale circulatie bij hemodialyse
- De site www.thrombosiscare.be bevat patiënteninformatie over de tekenen en symptomen die gelinkt zijn aan een veneuze thrombose alsook uitleg door middel van illustraties
• Overgevoeligheid voor enoxaparine, heparine of zijn derivaten inbegrepen andere heparines met een laag moleculair gewicht.
• Acute bacteriële endocarditis.
• Endocarditis lenta.
• Belangrijke actieve bloedingen en situaties met een verhoogd risico op niet gecontroleerde bloedingen, inbegrepen recente hemorragische cerebrovasculaire accidenten (behalve als er systemische embolen zijn).( bloedingen)
CNK | 1027705 |
---|---|
Fabrikanten | Sanofi |
Breedte | 76 mm |
Lengte | 150 mm |
Diepte | 58 mm |
Hoeveelheid verpakking | 10 |
Kenmerken | Enoxaparine is een heparine met laag moleculair gewicht, dat in vergelijking met standaardheparine verschilt in de verhouding van de anti-Xa-activiteit tot de anti-IIa-activiteit die altijd groter is dan 4. Het gemiddeld moleculair gewicht van enoxaparine is ongeveer 4500 dalton. Naast zijn anti-Xa/IIa activiteit werden andere anti-trombotische en anti-inflammatoire eigenschappen van enoxaparine geïdentificeerd bij patiënten en gezonde personen, alsook in niet-klinische modellen. Ze omvatten een ATIII-afhankelijke inhibitie van andere stollingsfactoren zoals factor VIIa, de inductie van de endogene vrijstelling van TFPI (Tissue Factor Pathway Inhibitor), alsook een reductie van de vrijstelling van de factor van von Willebrand (vWF) vanuit het vasculair endotheel naar de bloedcirculatie. Deze factoren staan erom bekend bij te dragen tot het globaal anti-trombotisch effect van enoxaparine. Uit dierproeven is gebleken dat enoxaparine uitstekende antitrombotische eigenschappen combineert met een miniem bloedingsrisico. Bij de mens werd de langdurige antitrombotische werking van enoxaparine aangetoond en in de gebruikelijke dosissen worden de algemene stollingstesten niet significant beïnvloed. In vergelijking met niet-gefractioneerde heparine worden de plaatjesaggregatie en de fibrinogeenbinding met de plaatjes duidelijk minder beïnvloed door enoxaparine. Klinische studies hebben de superioriteit van enoxaparine ten opzichte van standaardheparine aangetoond in de preventie en de behandeling van diepe veneuse trombose en in de behandeling van onstabiele angor en non-Q-wave infarct . |